Dit voorjaar deel ik interviews met leerkrachten over mooie momenten in het onderwijs, hobbels op de weg, idealen en wensen. Niks leukers dan even in de klas van een ander kijken, toch? Laat je inspireren door je collega’s!
Astrid van Eechoud (49) woont in Arnhem met zoons Sieb (20), Yvar (17) en Borre (14). Ze werkt op VSO De Toekomst in Ede en vindt dat we met zijn allen veel meer lef zouden mogen tonen. Ze houdt van afwisseling en van fietsen, wandelen en lekker borrelen.
Ik ben gepassioneerd als het gaat om het diepere, onderliggende gevoel van mensen
Ik ben geen leerkracht geworden, omdat het altijd een passie is geweest. Ik ben wél altijd gericht geweest op mensen. Dat is ook de reden dat ik in het onderwijs zit, om het samenzijn met mensen, niet per se vanwege kinderen. Iets overbrengen, samen iets moois maken en genieten, dat is voor mij belangrijk. Ik ben vooral gepassioneerd als het gaat om het diepere, onderliggende gevoel van kinderen, ouders en collega’s.
Uit de beroepskeuzetest op de middelbare school kwam theologie. Dat ging ik toen natuurlijk écht niet doen. Terugdenkend snap ik het wel, juist dat spirituele had ik als kind. Na de mavo en de havo ben ik HBO-V gaan doen. Dat was veel te sociaal voor mij, alles moest in groepjes. Dat heb ik dan ook niet afgemaakt. Toen ben ik naar de pabo gegaan, de katholieke pabo in Arnhem.
Door het stukje verzorging kreeg je een andere band met kinderen
In het derde jaar op de pabo liep ik een snuffelstage bij Revalidatie Scholengemeenschap Arnhem (RSA). Daar is mijn liefde voor het speciaal onderwijs ontstaan. Heel bijzonder vond ik het daar door het stukje verzorging dat erbij kwam kijken. Je kreeg daardoor een andere band met kinderen, meer echt contact. Ik vond de klik met de leerlingen daar heel leuk. Het was de kunst om vanuit hun ervaringen les te geven, constant te volgen wat er gebeurt en daarbij aan te sluiten.
Vraag je altijd af waaróm je iets doet
Ik vond het van tevoren best spannend, maar heb altijd de opmerking van mijn docent Wim Fontein onthouden: “Gewoon meedraaien, gewoon doen. En vraag je daarbij altijd af waarom je iets doet.” Dat heb ik heel bewust meegenomen, goed kijken en logisch nadenken.
Na de pabo heb ik eerst in de invalpool gezeten, vooral ook in het speciaal onderwijs, zoals LOM en ZMOK. In 1996 ben ik begonnen bij de toenmalige Arnhemse tyltylschool, met kinderen met een meervoudige handicap, tussen de 4 en 20. Dat ging gelijk heel goed en het mooie daar was dat ik altijd een bepaalde vrijheid voelde. Het was steeds zoeken naar wat de leerlingen boeit en wat zij willen leren.
De basis in het onderwijs is voor mij hoe de kinderen zich voelen
Daarna werd het in het speciaal onderwijs allemaal wat serieuzer, we moesten veel meer. Er kwam steeds meer focus te liggen op didactiek, op streefdoelen, toetsen en handelingsplannen. Daar heb ik soms wel moeite mee. We hebben er veel over gediscussieerd en ik ben zeker veel didactischer geworden. Maar de basis is voor mij hoe de kinderen zich voelen, de leerling zelf horen en wat zij willen leren.
75% van wat kinderen leren zie je niet
Het is een bewuste keuze geweest om de sociaal-emotionele kant van leerlingen bovenaan te zetten. En wat kinderen daarvan leren is moeilijker te zien. De didactische kant is naar mijn idee maar een kwart van wat kinderen allemaal leren.
Kinderen die sterk in hun schoenen staan
Het allerbelangrijkste vind ik dat kinderen sterk in hun schoenen staan. Dat ze weten wat ze kunnen en waar ze zich prettig bij voelen: helderheid over hun passie én talenten. Ik wil kinderen het gevoel geven dat het uit henzelf mag komen, dat ze zichzelf mogen ontdekken, dat ze een keuze hebben en dat ik ze echt hoor. Zo mooi om bijvoorbeeld een leerling met down-syndroom te laten nadenken over waarom ze een keuze maakt en haar dan intensief te begeleiden bij de te zetten stappen en ze samen klein en haalbaar te maken.
Het VSO is heel veelzijdig
Dat ik niet met kleuters wilde werken, was al snel duidelijk. Alle respect voor onderbouwleerkrachten, maar die leeftijdsgroep past niet bij mij. In het SO werkte ik steeds met de hogere groepen. Een aantal jaren geleden heb ik de stap naar het VSO gezet, naar de Toekomst in Ede. Ik voelde me hier gelijk thuis. Het is een heel warme school. Het VSO is heel veelzijdig, onder andere door de stages die je begeleidt en de praktische vakken. Het gaat in het VSO om kwetsbare kinderen. Regels, routes en afspraken passen vaak niet bij hen. De hokjes zouden eigenlijk wijder moeten voor onze leerlingen. Ik vind dat wij als professionals dan best van ons mogen laten horen.
Wat werkt voor deze leerling?
Ik vind dat ook het mooie: zoeken naar aanknopingspunten en een fijne plek voor elke leerling. Voor mij staat steeds de vraag voorop: wat werkt voor deze leerling? Soms zit een leerling bijvoorbeeld in leerroute 3 en moet dan loonwaarde bieden, maar dat werkt niet altijd zo. Dan is dagbesteding soms toch passender. Ik had laatst ook een meisje dat heel graag in een zorgcentrum wilde werken. Ze gaat natuurlijk geen ouderenverzorger worden, maar alleen al daar te kunnen werken en met die doelgroep in aanraking te komen, is voor haar geweldig. Dat botst dan wel eens met alle regels en leerroutes.
Kijk mij eens even de juf zijn
Na 24 jaar in het onderwijs zie ik dat ik dingen nu anders doe dan in het begin. Ik kan nu zeggen dat leerlingen bij mij echt bovenaan staan. Toen ik net begon was het soms ook wel: kijk mij eens even de juf zijn. Nu is het: kijk mijn leerlingen eens.
In al die jaren heb ik ook veel beter leren kijken. En ik zie nu hoeveel kinderen eigenlijk kunnen. Het kost tijd en geduld om dat te zien en dat geduld heb ik gekregen. Ik ga niet langer uit van wat er is bedacht, maar van wat ik zie. Ik heb ook geleerd daarvoor te gaan staan en te vechten. Vroeger gaf ik ook sneller advies. Nu luister ik meer, probeer niet te snel te oordelen en benoem de pijnlijke dingen. Ik vraag me eerder af wat er aan de hand is om dat dan met anderen samen uit te zoeken.
Ik ging al een tijdje op de automatische piloot
Mijn opleiding, de leergang Omgangskunde, heeft daar zeker ook aan bijgedragen. In 2010 ging ik al een tijdje op de automatische piloot. Gelukkig had ik toen een heel goede teamleider, Linda van Druyten, die dat scherp in de gaten had. Toen heb ik mezelf als doel gesteld: over vijf jaar heb ik een nieuw diploma en een andere werkplek. Dus weer aan de studie. Daar heb ik heel veel van geleerd. Voor mijn eigen persoonlijke ontwikkeling, maar ook in het werk. Het gaat in het onderwijs immers niet alleen om kennisoverdracht.
Het is zo erg als je het zelf maakt
Wat ik ook echt heb geleerd is me niet zo druk te maken. Ik heb op een gegeven moment besloten: ik ga de werkdruk niet meer zo ervaren. Het is zo erg als je het zelf maakt. Ik blijf nu veel kalmer. Tegelijkertijd werk ik graag onder druk, want op het laatste moment kan ik me helemaal focussen.
Mijn tip als het gaat om werkdruk: verslagen maken is onzin. Daar kijkt niemand naar. Dat doe ik niet meer, hoor! Doelen registreren doe ik minimaal. Omdat ik goed KIJK, heb ik dat allemaal in beeld. Dan is al dat schrijven en registreren overbodig. Ik besteed mijn tijd liever aan belangrijke dingen.
Ruimte om het anders te doen
Ik heb altijd de ruimte opgezocht. Er is in het onderwijs best wat ruimte om dingen anders te doen. Meer dan we vaak denken. Het is mooi om het vertrouwen te hebben dat je de doelen wel gaat halen in plaats van alles in te kaderen. Ik vind checken of je het gehaald wel belangrijk, maar checken is iets héél anders dan dichttimmeren. Soms word ik ook wel teruggefloten, hoor! Dan heb ik grandioze ideeën, maar ga ik te snel. Dat snap ik wel.
Stoute dingen doen voor het onderwijs
Kinderen van nu leren anders. Als je zelf een stapje terugzet, dan kun je beter bij ze aansluiten. Het is belangrijk dat ze autonomie ervaren. Dan gaan ze stralen. Ik ben daar al vanaf het begin mee bezig, juist in het speciaal onderwijs.
Ik vind het leuk om te merken dat ik door mijn manier van werken gevraagd word om mee te denken met allerlei initiatieven, omdat ik heel goed in die beweging pas. Ik maak bijvoorbeeld deel uit van Underground. We doen buiten schooltijd ‘stoute dingen’ die beter zijn voor de leerlingen, maar die buiten de regels vallen. Ik hou van initiatieven zoals Walhallab en ACT (Academy for Community & Talent). Er zijn zoveel kinderen, met en zonder beperking, die toch niet in het systeem passen. Er is moed en lef van scholen, leerkrachten, ouders en leerlingen nodig om het anders te doen. En zo besluit Astrid het interview met de oproep:
Laten we in het onderwijs meer lef tonen!
Ontzettend bedankt voor je openheid, Astrid! Prachtig om te lezen hoe moedig jij gaat voor de ontwikkeling van kinderen. Ook geef je ons zo een mooi inkijkje in het speciaal onderwijs. In de interviews zijn allerlei typen onderwijs langsgekomen en dat roept bij mij de volgende vraag op:
Is het tijd voor jou om te bewegen?
Spannende vraag, toch?
Zit jij al 10 jaar of langer op dezelfde school?
Of merk je dat je niet helemaal op je plek bent?
Het kan zomaar zijn dat werken op een heel ander type school je goed doet. Werken met een andere doelgroep of aanpak, spreekt iets anders aan in jezelf, waardoor je je weer veel meer kan ontwikkelen en kan leren. Spannend misschien, maar dat maakt het ook interessant. Jezelf uitdagen, je ontwikkelen, nieuwe dingen leren en een nieuwe omgeving zorgen voor sprankeling en veel meer energie!
En juist in het onderwijs heb je nu zoveel mogelijkheden. Door het lerarentekort zijn er meer vacatures dan ooit, dus grijp je kans. Er zijn veel interessante scholen, concepten en doelgroepen. Werken met nieuwkomers, in het speciaal onderwijs, een vernieuwingsschool, jenaplan, een pittige wijk, een school in de binnenstad of juist een dorpsschool, een democratische school, werken in units of professionele leergemeenschappen: er is heel veel mogelijk.
Maar het start met eens naar jezelf en je ontwikkeling te kijken en oog te hebben voor alles wat kan. Is het tijd voor beweging bij jou?
Mocht je het fijn vinden om met mij hierover van gedachten te wisselen, dan kan dat natuurlijk. Bijvoorbeeld in een korte, gratis sprankelsessie. Je kunt je daarvoor hieronder aanmelden.
MOGELIJK OOK INTERESSANT VOOR JE:
Leerkracht in de schijnwerpers #5
Dit voorjaar deel ik interviews met leerkrachten over mooie momenten, hobbels op de weg, idealen en wensen. Niks leukers dan even in de klas van een ander kijken, toch? Laat je inspireren door je collega’s! Jasper van de Sant (29) woont met zijn vriendin in Nijmegen....
Leerkracht in de schijnwerpers #4
Een interview met Jeanine Gielen, leerkracht in het basisonderwijs.
Leerkracht in de schijnwerpers #3
Dit voorjaar deel ik een serie interviews met leerkrachten, over mooie momenten, hobbels op de weg, idealen en wensen. Niks leukers dan even in de klas van een ander kijken, toch? Laat je inspireren door je leuke collega’s! Annemiek Barten (49) heeft een voorliefde...